Gedicht opening Cultuurportaal van de Spoorzoeker (20-12-2017)
Takken vol verhalen, een ontdekkingsreis naar elkaar

Een toegangspoort heeft iets speciaals. Een poort, een toegang is een verbinding van buiten naar binnen, van vroeger naar later, van licht naar donker of omgekeerd.

Maar deze poort ziet er wel heel bijzonder uit. Vier prachtige, kleurige boomstammen, vier steunpilaren met hun wortels onzichtbaar en diep in de grond. De takken groeien uit naar alle windstreken ..

Deze poort is echt bijzonder: er is iets van ons allemaal in die bomen.

De vier bomen staan in de poort, maar ook in ons zelf.

Terwijl de wind door de poort waait, vertellen de takken boven onze hoofden onze verhalen.
Ze dragen onze herinneringen.

Ik zie:

Iedere dag als we onder de poort doorlopen, rennen of huppelen
voelt het vertrouwd. Die takken verbinden de herinneringen en verbinden … ons. De poort is van ons allemaal.


De takken zullen verder en verder groeien … De kinderstemmen en de vrolijke kinderstappen brengen ons naar een nieuwe tijd, naar een rijke toekomst met andere verhalen.

Ze zeggen:
Ergens anders zal ik wonen later.
De plaats is er alvast; de wereld is toch min of meer wel af.
Maar aan mij – aan de takken – komt geen eind.

(fragment Ted van Lieshout)

Dit is dus een poort van ons allemaal, een poort naar een toekomst met elkaar. Het doet me denken aan het Afrikaanse woord Ubuntu. Ubuntu: het klinkt zo warm en mooi; het betekent “Ik ben omdat wij zijn”.

Een mens is mens door andere mensen.

“Wat is een lach, als ik alleen is

Wat is blij, als ik alleen is.”

(fragment Antjie Krog)

We hebben elkaar zoveel te vertellen. We kunnen zoveel ontdekken. Kijk maar naar boven, naar die takken vol verhalen.